20 Meter A/102- Bouw- en Industrieslang
Lengte: 20 m
Kleur: buiten wit
Materiaal: Buiten: Polyestergaren, rond geweven, ketting 2-voudig getwijnd
Werkdruk: 10 bar
- met Storz-zuigkoppelingen
- Draadversterking
- ongecoat
- Beschermhuls ter voorkoming van schuren bij de slangverbinding
Gebruikersinformatie:
Deze gebruiksaanwijzing moet voor het eerste gebruik zorgvuldig worden gelezen en tijdens gebruik worden opgevolgd.
1. Algemeen over vlakke of drukslangen
Drukslangen hebben als primaire taak het doorvoeren van vloeistoffen, met name water.
Ze kunnen echter ook worden gebruikt voor het afvoeren van afvalwater of dergelijke. Ze zijn gemaakt van rondgeweven kunststofvezels (in dit geval polyester) en zijn aan de binnenkant gecoat.
Een belangrijk voordeel van vlakke slangen is hun lage eigen gewicht en flexibiliteit, waardoor ze in drukloze toestand gemakkelijk kunnen worden gevouwen en vervoerd.
2. Tijdens gebruik
Vanwege hun primaire taak en de voornaamste toepassingsgebieden worden vlakke slangen blootgesteld aan hoge externe invloeden die de levensduur kunnen verkorten.
Voor een optimale gebruiksduur wordt het volgende aanbevolen:
- De maximale werkdruk niet overschrijden.
- Bij het uitrollen van de slangen ervoor zorgen dat deze (indien mogelijk) worden uitgerold. Anders altijd plat trekken. Zo kan worden voorkomen dat de slang op de rand over de grond schuurt en de slangmantel direct beschadigt.
- Ruwe ondergronden indien mogelijk vermijden.
- Slangen niet over scherpe, puntige voorwerpen en/of oppervlakken trekken.
- Slanguiteinden of koppelingen nooit laten vallen, omdat dit kan leiden tot beschadiging van de klauwen of de koppelingen zelf.
- Onder druk staande slangen niet trekken of over de grond slepen, omdat de resulterende slijtage de slangmantel kan beschadigen. Trillingen van onder druk staande slangen kunnen worden verminderd of opgevangen met accessoires. Bijvoorbeeld door jutezakken, dekzeilen of verbanden.
- Als slangen bij overgangen worden gebruikt, moeten slangbruggen worden gebruikt. Slangen mogen nooit worden overreden of betreden.
- Slangen (indien mogelijk) uit de buurt van zuren, chemicaliën en gevaarlijke stoffen houden.
3. Na gebruik:
Om de levensduur van de slangen te waarborgen, moeten de volgende aanwijzingen na gebruik worden opgevolgd:
- Om de resthoeveelheden van het vloeibare medium uit de slang te krijgen, moet de slang over de schouder worden opgetild. Nooit op de slang stappen!
- Slangen na gebruik van de afzettingen in de slang (zand etc.) ontdoen, d.w.z. uitspoelen. Deze moeten daarna worden gedroogd (anders kunnen schimmel/kalk zich in de slang afzetten, die de kern duurzaam beschadigen).
- Slangmantel van buiten vuil ontdoen.
- Slangen mogen nooit in vochtige toestand worden opgeslagen.
- Koppelingen op onbeschadigdheid controleren.
- Slangen (indien mogelijk) in opgerolde toestand opslaan.
- Bij het oprollen ervoor zorgen dat de slangen, net als bij het uitrollen, niet over ruwe oppervlakken schuren.